SAMEN UIT, SAMEN THUIS.

Fietsen op de openbare weg is een kunst op zich.

Het rijden in een groep vereist nog meer van de fietser.

Belangrijk is dat je geconcentreerd en alert blijft fietsen in een groep.

Goed opletten!! voorkomt plotseling remmen of van de lijn afwijken.

Veel ongevallen in een toerpeloton gebeuren vaak door onverwachte omstandigheden.

Je kunt allerlei regels bedenken maar de verantwoording ligt natuurlijk bij de fietser.

De fietser moet weten wat voor snelheid hij/zij aankan.

Regels om veilig te toeren, en weer veilig thuis te komen.

  1. Wij verzamelen bij ”De Koornmolen”.
  2. We starten stipt op tijd.
  3. Een groep wordt “geleid” door een wegkapitein, voor de goede orde, dat wil niet zeggen dat alle verantwoordelijkheid bij deze wegkapitein ligt.
  4. Wegkapitein is diegene die de rit heeft voorbereid of kent, en bepaalt de snelheid van de groep.
  5. De wegcaptain bepaalt de route, rijdt altijd op de eerste of tweede rij om alle aandacht voor de route, snelheid en het verkeer te hebben en de koprijders te coachen.
  6. We stellen een staartrijder aan die bijzondere situaties aangeeft en achterop komend verkeer doorgeeft door ACHTER! te roepen.
  7. De Wegcaptain en Staartrijder  hebben de leiding, iedere toerfietser respecteert dat.
  8. Een fietsgroep bestaat uit oogpunt van de verkeersveiligheid uit maximaal 18 personen.
  9. Bij een groter aantal fietsers wordt de groep in tweeën gesplitst. Deze wordt ook geleid door een wegkapitein.
  10. Er mag niet voor de twee koprijders uit gereden worden.
  11. We rijden zoveel als mogelijk twee aan twee. Blijf in de lijn recht achter je voorganger, doe je dat niet, dan druk je de fietser naast je uit de rij naar het midden van de weg (en op de wind).
  12. Bij een helling of na het signaal van de wegkapitein, mag men zijn eigen tempo rijden en dit tot een afgesproken punt (bij helling tot de top of onderaan de helling), daarna wordt er gewacht tot het laatste fietser is gearriveerd.
  13. Het dragen van een helm wordt sterk aanbevolen.
  14. Het is niet toegestaan binnen een fietsgroep een triathlonstuur te gebruiken.
  15. Lek: Bij lek of pech, schroom niet om "Lek" te roepen.
  16. Bij pech wacht iedereen totdat de storing verholpen is, en helpt men elkaar.
  17. Iemand die moeite heeft met het tempo, mag op de tweede of derde rij fietsen.
  18. Een bel signaal is een teken voor de koprijders om iets rustiger te fietsen.
  19. Obstakels (paal, gat) ‘Auto tegen’ en ‘auto achter’ worden duidelijk aangeven door de koprijders en daarna herhaald door de groep.
  20. Halverwege een rit afhaken alleen na afmelding bij de wegkapitein.
  21. We laten nooit mensen alleen terug rijden. we laten niemand achter, maar met elkaar wordt de reparatie uitgevoerd of een oplossing gezocht.
  22. Ieder houdt zich aan de verkeersregels.
  23. Zorg dat er altijd een halve meter ruimte is tussen jou voorwiel en je voorganger.
  24. In groepsverband niet met losse handen rijden.
  25. In groepsverband niet rijdend achterom kijkend een gesprek voeren.
  26. Nooit abrupt van richting veranderen of remmen maar langzaam uitrijden.
  27. Rij niet op het kantje van de weg/fietspad, maar hou altijd een halve meter afstand van de zijkant van de weg. Een klein slingertje en je schiet naast de weg. Als men in de berm rijdt, niet de weg / fietspad weer oprijden maar rustig uitrijden en remmen.
  28. Als iemand aanzienlijk beter is dan de overige deelnemers gaat deze niet op kop rijden en het tempo bepalen. Beter is helemaal achteraan fietsen of bewust anderen uit de wind te houden.
  29. Let altijd goed op je voorganger en anticipeer op wat er voor je gebeurt.
  30. Toerfietsers die gedurende het toerseizoen maar heel sporadisch meerijden, en de snelheid van de toergroep niet aankunnen, mogen niet verwachten dat de voltallige groep steeds de snelheid hierop aanpast.
  31. Gelegenheids toerfietsers die willen meerijden zal worden gevraagd tijdens de eerste ritten achteraan de groep aan te sluiten.
  32. Gemiddelde snelheid ± 26 – 28 km / uur.
  33. Steek altijd een legitimatiebewijs en wat geld bij je.
  34. Indien we in de omgeving van Zevenhuizen zijn zal een ieder dichtbij zijn/haar eigen huis afhaken.
  35. Een ieder fietst op eigen risico, bij eventuele calamiteiten of schade kan men nooit een andere fietser aansprakelijk stellen voor geleden schade.
  36. Waar het reglement niet in voorziet, beslist de wegkapitein.